Van Thailand naar Laos
Na wat pech onderweg kwamen we woensdagochtend (18-7) vroeg aan in Chaing Mai. Het laatste stuk werden we vervoerd in minibusjes, omdat de bus (die van een private busmaatschappij bleek te zijn) het niet zag zitten om het centrum in te rijden. De minibusjes zetten ons af bij een hotel, waar we gelijk koffie en een trektocht-hotelovernachting-combinatie aangeboden kregen. Een mooie tourist-trap dus. Toch leek het best een aardige deal te zijn, dus besloot ik er maar op in te gaan. De rest van de dag heb ik met een scooter door Chiang Mai en omgeving rondgescheurd. Best heel mooi!
Donderdagochtend begon de jungletrektocht. We waren met een erg leuke groep, die bestond uit allemaal backpackers van ongeveer mijn leeftijd. De tocht begon met een bijzonder oninteressant bezoek aan een butterfly farm. Ik heb daar 4 vlinders gespot. Op een doordeweekse middag in de achtertuin zie je er meer. Daarna gingen we naar een snake farm. Dit was wél erg leuk. Er waren hier voornamelijk pythons en cobra's, die je van dichtbij (zij het achter tralies) kon bekijken. Hier werd ook een snake show gegeven, die bijzonder de moeite waard was. Het meest bizarre was dat een meneer een vijver in dook, ongeveer 20 seconden onder water bleef, en vervolgens met een enorme python om zijn nek weer boven kwam! Na een lekkere lunch begon de echte trektocht. Het was ongeveer 3 uur lopen, en in die tijd regende het ongeveer 3 uur. Dat maakte het dus wel tot een heuse jungle-experience. We liepen door een prachtig gebied. De wolken die tussen de bergen hingen maakten het er nog mooier op. Na een tijdje kwamen we in een bergdorpje, waar de gidsen een heerlijke maaltijd voor ons hebben gekookt. Die Thaien kunnen echt verdraaid lekker koken. 's Avonds hebben we een aantal spelletjes gespeeld. Als je met die spelletjes de zak was, kreeg je een veeg roet op je gezicht. Was behoorlijk grappig! In dit bergdorpje hebben we ook overnacht.
De volgende dag regende het niet meer, maar de paden waren erg modderig geworden. Dat maakte de afdaling dus vrij lastig. Halverwege de wandeling kwamen we langs een waterval, waar we wat in het water konden spartelen. De omgeving is hier zo geweldig mooi, dat zelfs een lange wandeling geen moment vervelend is. Na weer een stuk te hebben gelopen kwamen we bij een olifantenkamp, waar we een ritje op een olifant konden maken. Het laatste onderdeel van de tocht speelde zich af op de rivier. Eerst een stuk was een stuk whitewaterraften, gevolgd door een stuk varen op een bamboevlot. Tegen de avond kwamen we weer terug in Chiang Mai.
Zaterdag heb ik het grootste deel van de dag besteed aan het kopen van een nieuwe camera. Tijdens de jungletocht was ik namelijk op mn camera gevallen, en die was dus kapot. Aan het eind van de middag heb ik de bus genomen van Chiang Mai naar Chiang Rai. In Chiang Rai kwam ik in een hippie-front tegen. Dit hippie-front bleek een guesthouse te zijn, waar ik die nacht heb overnacht. Het was er alleen behoorlijk ranzig (vooral het bed), en dus ben ik de volgende dag weer vertrokken naar een ander hostel.
Zondag (23-7) was een tamelijk luie dag. Naast ettelijke uren in koffiehuis en restaurant heb ik eigenljk alleen maar wat rondgewandeld door Chiang Rai.
Maandag was ik alweer een stuk actiever. 's Ochtends ben ik naar een Hilltribe museum geweest. In dit gebied leven namelijk nog steeds veel hilltribes. Best interessant om te zien hoe die stammen leven. 's Middags heb ik een grote boeddhistische tempel bekeken. Deze unit, Wat Phra Kaew genaamd, is bijzonder mooi. Toen ik net wegliep, kwamen er 2 knapen in boeddhistische gewaden naar me toe. Zij wilden mij graag nog wat andere tempels in Chiang Rai laten zien. Prima! Wel leuk om zo wat meer over het boeddhisme te weten te komen.
De volgende dag ben ik met iemand uit het hostel naar Mae Sai gegaan. In dit dorpje is een brug gebouwd over een rivier gebouwd. Deze rivier is de grens tussen Thailand en Myanmar, en de brug is dus de grensovergang. Het viel me wel op dat het hier aardig makkelijk moet zijn om ongezien de grens over te komen. De brug is namelijk wel aardig bewaakt, maar de rivier is vrij smal. Als je dus honderd meter verderop de rivier overzwemt, ben je ook in Myanmar. Het is dus niet heel moeilijk te geloven dat hier al jarenlang van alles ove de grens wordt gesmokkeld, voornamelijk drugs. Na Mae Sai zijn we naar de Golden Triangle gegaan. Dit is het drielandenpunt van Thailand, Myanmar en Laos. Alle grenzen zijn hier rivieren, waardoor er dus niet 1 punt aangegeven is wat het drielandenpunt is. Dit gebied heet trouwens de Golden Triangle omdat er al tijden aardig veel handel in drugs plaatsvind. Vroeger werd hier veel opium verbouwd en verhandeld, nu is dat meer heroine. 's Avonds ontmoette ik in het hostel een tweetal Chinezen, die ook van plan waren om de volgende dag naar Laos te gaan.
Woensdag (25 Juli) ben ik dus met deze 2 chinezen naar Chiang Khong gegaan. Hiervandaan kun je met de boot overvaren naar Laos. Zoals bij elke grensovergang moet je dan eerst in het land waar je uit vertrekt een stempel halen, voordat je door de immigratie in het andere land kan. Voor 1 van de Chinezen was dit te ingewikkeld. We waren al overgevaren naar Laos, en zelfs al aangekomen bij de immigration van Laos, toen de Chinees ontdekte dat hij een stempel uit Thailand nodig had. Hij moest dus weer terug met de boot naar Thailand, om een stempeltje te halen. Het blijft een grappig volk, die Chinezen!
Donderdag en vrijdag zijn we met een slowboat de Mekong rivier afgevaren, van Huay Xai naar Luang Prabang. Deze tocht duurde 2 dagen. Tussendoor hebben we overnacht in Pakbeng. De tocht was echt schitterend. De natuur is hier zo geweldig mooi! Het feit dat je op nare stoeltjes zit ben je dan al snel vergeten. Ik vind het hier echt onbeschrijflijk mooi. Ik heb dus maar wat foto's gemaakt van de omgeving. De Mekong zelf is ook erg mooi. Het is een erg grote rivier. Ondanks dat ie vaak erg breed en diep is, stroomt het toch behoorlijk hard. Ook zijn er erg veel draaikolken. Ik vermoed dat zwemmen hier tamelijk gevaarlijk is. De boot zat trouwens behoorlijk vol. Twee duitsers moesten daarom op de grond zitten. Ik vind het sowieso al erg grappig als Duitsers op de grond moeten zitten, omdat er verder nergens plaats voor ze is. Het werd echter nog een stuk grappiger. Op een gegeven moment hoorde ik opeens achter me keihard ‘Fack!!' ‘What the fack!!'. Er bleek een golf de boot in te zijn geslagen. Iedereen was droog gebleven, behalve de Duitsers. Die waren drijfnat! Ze zaten daar rustig op de grond, en hadden dus die golf helemaal niet aan zien komen. Buitengewoon geestig. In de rivier drijft ook aardig wat hout. Soms komt er een hele boom voorbij drijven. Kennelijk zat de kapitein even niet op de letten, want we hoorden opeens een harde knal, en vervolgens viel de motor uit. Vermoedelijk hadden we een ronddrijvende boomstam geraakt, en nu was de motor naar z'n grootje. Kennelijk is sturen zonder motor aardig lastig, want we dreven opeens alle kanten op. Zodra we wat dichter bij de kant kwamen, sprongen wat matrozen met een touw het water in, in een poging om dit touw aan en kant aan een grote steen vast te maken. Dit lukte, maar vervolgens werd de steen gewoon meegetrokken het water in. Ook poging 2, 3 en 4 om de boot tot stilstand te brengen slaagden niet. Poging 5 was uiteindelijk wel succesvol, waarna de bootmannen de motor konden repareren, en we onze tocht konden vervolgen.
Op dit moment ben ik dus in Luang Prabang. Dit schijnt een aardig leuk stadje te zijn, dus ik ben benieuwd! Gisteren bekroop mij opeens het vreemde gevoel dat mijn reis op een eind begint te lopen. Best een vreemde gewaarwording, maar gelukkig heb ik nog even de tijd om eraan te wennen!
Reacties
Reacties
Hoi!! Wat een prachtig verhaal weer!!!! Wat zou ik dat allemaal graag zien! We hebben het net met zn allen gelezen op de camping. Ja joh, je moet inderdaad aan het gevoel gaan wennen dat de reis ten einde loopt, en wij verheugen ons daar zeer op, om je weer te zien! Liefs van ons allemaal, p,m,l,e.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}